Zeg het met d a t a: Met deze apps houd je alles bij
Bron: NRC Next
18 november 2014Sociale media Hartslag, alcoholpromillage, gewicht – het is nu wel heel gemakkelijk om data over je lichaam en gezondheid te verzamelen. En te delen, via handige apps op Facebook of Twitter. Maar waarom zou je in vredesnaam een selfie met je hartslag posten?
AMSTERDAM. Stel: je hebt net een halve marathon gerend, bent moe maar voldaan en wil dit graag delen met anderen. Dan kun je kiezen voor een zweterige selfie of trotse tweet. Maar je kunt het ook zeggen met data. Bijvoorbeeld met de app Biogram, die begin deze maand is uitgebracht.
Je neemt je telefoon met AliveCor, een smartphonehoes met sensoren. En vervolgens kun je de data delen met anderen, bijvoorbeeld via Instagram of Facebook. Op je foto of bij je statusupdate verschijnt dan een hartvormige stempel met je hartslag.
En er zijn meer manieren om je biomedische zelf te uiten: ook alcoholpromillages, vetpercentages en stressniveaus kunnen worden gedeeld op sociale media. Waarom nog schrijven dat je huisfeestje leuk was, als je ook simpelweg het behaalde alcoholpromillage kunt posten?
Cardioloog Leslie Saxon, medeoprichter van Biogram, vertelde bij de eerste presentatie in 2013 dat de app „data-ervaringen creëert die esthetisch en emotioneel zijn”. Wat zijn dat eigenlijk: data-ervaringen? En waarom moeten die gedeeld worden met anderen?
Cardioloog Leslie Saxon, medeoprichter van Biogram, vertelde bij de eerste presentatie in 2013 dat de app „data-ervaringen creëert die esthetisch en emotioneel zijn”. Wat zijn dat eigenlijk: data-ervaringen? En waarom moeten die gedeeld worden met anderen?
Leg je ‘geluksmomenten’ vast
In 2007 kwam de Quantified Self-beweging op: het streven om zoveel mogelijk van jezelf te meten en daarvan te leren. De laatste jaren is dat ook gemakkelijker geworden door de ontwikkeling van wearable technology: armbandjes en horloges met ingebouwde hartslagmeters, stappentellers, en allerhande apps. We zijn steeds meer gaan meten: wat we eten, hoeveel we bewegen, hoelang we slapen. De industrie is al enorm en wordt in een rap tempo nog groter: volgens een schatting van het Amerikaanse onderzoeksbureau ABI Research zal het aantal verkochte wearables in 2018 oplopen tot 485 miljoen stuks. Tellen we ook de apps mee die bijhouden hoeveel stappen je loopt op een dag, of hoeveel kilometer je per fiets aflegt, dan gaat het over miljarden.
In eerste instantie ging het om zelfreflectie: in ruwe data kun je je patronen ontdekken, herkennen en interpreteren. Maar steeds meer apps en toepassingen bieden ook de mogelijkheid om data in te zetten als communicatiemiddel.
Zo ontwikkelde het bedrijf HAPI meerdere wearables om gezondheid en geluk te meten. Eén van hun vondsten is de HAPI Button, een knop die je kunt vasthouden om zo je ‘geluksmomenten’ vast te leggen. De gelukscores (tussen 1 en 10) kun je vervolgens delen op sociale media, eventueel voorzien van foto’s of berichtjes. En met de app MoodPanda kun je stemmingswisselingen documenteren en delen op Facebook of Twitter. Denk aan berichtjes als ‘Zin in verjaardag morgen!’ met een gelukscore 8, of ‘Blokken voor tentamens’: gelukscore 4.
Een ander voorbeeld is de BACtrack, een blaasapparaat dat kan worden aangesloten op een iPhone. De BACtrack meet het alcoholpromillage in je bloed, en geeft dat vervolgens door aan de bijbehorende app. Handig als je eens wil zien hoeveel je gemiddeld drinkt per week, of als je wil checken of je nog naar huis kunt rijden. Maar ook hier is er weer een sociaal element: de informatie kan worden voorzien van foto’s of berichtjes, en met één klik gepost worden op Twitter of Facebook.
Een ander voorbeeld is de BACtrack, een blaasapparaat dat kan worden aangesloten op een iPhone. De BACtrack meet het alcoholpromillage in je bloed, en geeft dat vervolgens door aan de bijbehorende app. Handig als je eens wil zien hoeveel je gemiddeld drinkt per week, of als je wil checken of je nog naar huis kunt rijden. Maar ook hier is er weer een sociaal element: de informatie kan worden voorzien van foto’s of berichtjes, en met één klik gepost worden op Twitter of Facebook.
We hebben behoefte aan echtheid
Volgens de Australische socioloog Deborah Lupton, die onderzoek doet naar selftracking, gebruiken steeds meer mensen data om zich uit te drukken. „Wat we zien bij bijvoorbeeld Biogram is dat mensen hun emoties niet alleen willen benoemen, maar ook demonstreren. In dit geval door de hartslag erbij te vermelden.” Waarom mensen dit doen is niet onderzocht, maar het kan te maken hebben met een groeiende behoefte aan echtheid op sociale media, denkt Lupton. Iedereen doet zich op Facebook en Instagram beter voor dan hij is, weten we inmiddels, dus willen we steeds vaker harde bewijzen zien.
Maarten den Braber is medeoprichter van Quantified Self Europe en QS Amsterdam. Hij begrijpt de gimmickwaarde van Biogram wel, maar vindt de app nog niet zoveel toevoegen. „De mogelijkheid om biomedische data te delen met anderen wordt interessant wanneer die ook de interactie tussen mensen beïnvloedt. Dan kan je spreken van een data-ervaring.”
Den Braber noemt als voorbeeld ‘Melon’, een hoofdband die je hersenactiviteit meet en realtime toont op de bijbehorende app. „Stel dat iemand – een collega, bijvoorbeeld – die band draagt en ik kan zien: hij is momenteel erg gestrest. Dan kan ik ervoor kiezen hem even met rust te laten, in plaats van hem te belasten met meer werk.”
Vernedering als motivatie
Bij sommige selftracking apps deel je persoonlijke data niet alleen omdat je dat zelf wil, maar omdat het moet. Zo is er GymShamer, een app die bijhoudt hoe vaak je in de sportschool bent geweest. Heb je je bijvoorbeeld als doel gesteld twee keer per week te sporten en haal je dit niet, dan post GymShamer vanuit jouw naam een berichtje op Twitter en Facebook. Ook Aherk! gebruikt publieke vernedering als motivatie: deze dienst vraagt je een compromitterende foto van jezelf te uploaden. Vervolgens definieer je een doelstelling, bijvoorbeeld: vijf kilo afvallen binnen drie maanden. Als die periode verstreken is, mogen je Facebookvrienden via een poll bepalen of je geslaagd bent. Zo niet, dan gaat je foto op Facebook.
Ook voor Den Braber werkt deze methode. „Ik wil een paar kilo afvallen en track mijn gewicht met Withings, een weegschaal gekoppeld aan een app. Elke zaterdag post die mijn gewicht automatisch op Twitter en Facebook. Soms krijg ik dan ineens een reactie: ‘schiet nog niet erg op hè?’ Voor mij is dat een extra stimulans om beter mijn best te doen.”
Biogram
Trackt? Hartslag
Hoe? Via AliveCor, een smartphonehoes
Waar delen? Instagram, Facebook
Waarom delen? Om de emotionele context bij een foto te laten zien
Aantal gebruikers? Nog niet bekend
MoodPanda
Trackt? Stemmingswisselingen
Hoe? Zelf ‘gelukscores’ bijhouden
Waar delen? In de MoodPanda- community, op Facebook en Twitter
Waarom delen? Om emotionele steun te krijgen van anderen
Waarom delen? Om emotionele steun te krijgen van anderen
Aantal gebruikers? 89.000 wereldwijd, waarvan 82 procent actief
HAPItrack
Trackt? Aantal stappen, afgelegde afstand, verbrande calorieën en geluksmomenten
Hoe? Met behulp van de HAPI Button
Waar delen? Op sociale media of in HAPI Moments, een online album
Waarom delen? Omdat geluk aanstekelijk werkt (volgens HAPI zelf)
Aantal gebruikers? 4.300 downloads wereldwijd, aantal actieve gebruikers privé
BACtrack
Trackt? Alcoholpromillage
Hoe? Met behulp van een mobiel blaasapparaat
Waar delen? Facebook en Twitter
Waarom delen? Opscheppen over hoeveel je gedronken hebt, of bewijzen dat je juist niets gedronken hebt
Aantal gebruikers? 11.000 downloads, aantal actieve gebruikers privé
Withings Health Mate
Trackt? Gewicht, vetpercentage
Hoe? Via Withings WiFi weegschaal
Waar delen? Facebook en Twitter
Waarom delen? Om jezelf te motiveren via social shaming
Aantal gebruikers? 1.129.000 downloads, aantal actieve gebruikers privé
Aherk!
Trackt? Behaalde doelstellingen die je zelf formuleert
Hoe? Via poll op Facebook
Waar delen? Facebook en Twitter
Waarom delen? Om jezelf te motiveren via social shaming
Aantal gebruikers? 2.500 actieve gebruikers
En wat denken de verzekeraars?
Dat steeds meer mensen hun data delen, zou interessant kunnen zijn voor Nederlandse zorg- en schadeverzekeraars. Maar op dit moment zijn die nog erg voorzichtig met het veranderen van hun beleid.
Zorgverzekeraar Menzis doet als enige wel iets met biomedische data: met behulp van sport-apps als Runkeeper en Strava kun je punten sparen, waarmee je in de webshop allerlei producten kunt kopen. Ook donor-zijn of niet-roken levert punten op.
Een ander voorbeeld komt uit de autoverzekeringsbranche: Fairzekering. Dit bedrijf meet met behulp van een ‘chip-in stekker’ in de auto of klanten veilig rijden, bijvoorbeeld door bij te houden hoe hard ze rijden of hoe snel ze remmen. Aan het eind van de maand kunnen ze dan een deel van hun premie terugkrijgen.
Een reden voor de terughoudendheid van verzekeraars is dat de publieke opinie nog wel eens negatief uit zou kunnen pakken. Denk maar aan ING, dat vorig jaar bekendmaakte data van klanten te willen doorverkopen zodat adverteerders gerichte aanbiedingen konden doen. Het bericht leidde tot veel ophef en boze klanten, en ING voelde zich genoodzaakt het plan te annuleren.
Volgens Annemieke Keppel, beleidsadviseur Schade bij het Verbond van Verzekeraars, spelen ook ethische en juridische vraagstukken een rol. Mag je zulke data überhaupt inzetten? Daarnaast is de techniek er nog niet: zulke gigantische datasystemen aanpassen kost tijd en geld.